1 MAART 2007. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen (1)

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 3, § 1, c), van de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, worden de woorden « de opstalhouder » ingevoegd tussen de woorden « de vruchtgebruiker » en de woorden « of de houder van een recht van gebruik ».

Art. 3.In artikel 5 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij artikel 4 van de ordonnantie van 21 februari 2002, worden de woorden « 165,00 euro » vervangen door de woorden « 89,00 euro ».

Art. 4.In artikel 7 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij artikel 6 van de ordonnantie van 21 februari 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : - in de eerste zin worden de woorden « De in euro uitgedrukte bedragen, bepaald in de artikelen 5 en 8, § 1, worden » vervangen door de woorden « Het in euro uitgedrukte bedrag bepaald in artikel 8, § 1, wordt »; - in de tweede zin worden de woorden « worden de bedragen » vervangen door de woorden « wordt het bedrag ».

Art. 5.Artikel 12, § 2, van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : « § 2. Zodra de kohieren uitvoerbaar verklaard zijn, wordt aan de betrokken belastingplichtigen een aanslagbiljet gezonden. Het aanslagbiljet is gedateerd en draagt de vermeldingen bedoeld in § 1. ».

Art. 6.In artikel 19, § 1, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden « binnen dertig dagen, te rekenen van de verzending van de tweede herinneringsbrief bedoeld in artikel 12, § 5 » ingevoegd tussen de woorden « toebehoren » en de woorden « , vaardigt de ambtenaar ».

Art. 7.Artikel 22 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 22.De uitvoering van het dwangbevel kan slechts worden onderbroken door gemotiveerd verzet vanwege de belastingplichtige, die een vordering instelt overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet.

De kennisgeving wordt verricht aan het Gewest, op het kabinet van de Minister-President van de Regering. ».

Art. 8.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2007.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 1 maart 2007.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota's (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2006-2007 : A-331/1 - Ontwerp van ordonnantie. A-331/2 - Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 16 februari 2007.