gepubliceerd op 19 september 2023
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 14 november 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 juli 2023, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Br « 1) Zijn de artikelen 39, 40 en 50 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2008 (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij beschikking van 14 november 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 juli 2023, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1) Zijn de artikelen 39, 40 en 50 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2008 betreffende de bestrijding van sommige vormen van discriminatie in overeenstemming met de artikelen 35, 127 en volgende van de Grondwet die betrekking hebben op de ` gemeenschapsbevoegdheden ', alsook met de artikelen 4 en 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre zij de bevoegdheid van een rechtspersoon die zich op een collectief belang beroept, om ` in rechte op te treden in de geschillen waartoe dit decreet aanleiding kan geven ' beperken, niet alleen wanneer hij een rechtsvordering instelt als eiser voor de stakingsrechter, maar ook wanneer hij voor die rechter vrijwillig tussenkomt of derdenverzet instelt, waardoor aldus wordt afgeweken van de artikelen 17, 18 en 1122 van het Gerechtelijk Wetboek ? 2) Zijn de artikelen 39, 40 en 50 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2008 betreffende de bestrijding van sommige vormen van discriminatie in overeenstemming met de artikelen 10, 11, 13, 144 en 145 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 (recht op een eerlijk proces) en artikel 13 (recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel) van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij : - een rechtspersoon die zich op een collectief belang beroept ertoe verplichten de instemming te verkrijgen van het slachtoffer van een discriminatie - die, naar gelang van het geval, is aangevoerd of vastgesteld in het kader van een stakingsvordering - om die discriminatie voor de stakingsrechter te kunnen aanvechten ? of - ertoe leiden een rechtspersoon die zich op een collectief belang beroept te verbieden een zaak aanhangig te maken bij de stakingsrechter, in het kader van een vrijwillige tussenkomst dan wel in dat van een derdenverzet, om voor hem een discriminatie aan te vechten die is aangevoerd of vastgesteld in het kader van een stakingsvordering ? 3) Zijn de artikelen 39, 40 en 50 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2008 betreffende de bestrijding van sommige vormen van discriminatie, in samenhang gelezen met de artikelen 17, 18, 1044, 1122, 1128, 1129 en 1131 van het Gerechtelijk Wetboek, in overeenstemming met de artikelen 10, 11, 13, 144 en 145 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid alsook met artikel 6 (recht op een eerlijk proces) en artikel 13 (recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel) van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij een persoon die zich op een persoonlijk belang beroept, toestaan derdenverzet in te stellen of vrijwillig tussen te komen voor de stakingsrechter, aan de zijde van het slachtoffer van een discriminatie - die, naar gelang van het geval, is aangevoerd of vastgesteld - dan wel aan de zijde van degene die discrimineert ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8058 van de rol van het Hof.
De griffier, N. Dupont