gepubliceerd op 06 december 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 oktober 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 november 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, de « a) Schendt artikel 582, 1° Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 Grondwet wanneer het op die(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 27 oktober 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 november 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « a) Schendt artikel 582, 1° Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 Grondwet wanneer het op die wijze wordt uitgelegd dat de arbeidsrechtbank niet bevoegd is voor geschillen met betrekking tot de wet van 5 mei 2019 betreffende de toekenning van een forfaitair bedrag aan de personen die lijden aan aangeboren misvormingen die het gevolg zijn van het innemen van geneesmiddelen met Thalidomide door de moeder tijdens de zwangerschap, en deze personen met een handicap zich ter beslechting van dit geschil dus moeten wenden tot de rechtbank van eerste aanleg, terwijl andere geschillen met betrekking tot tegemoetkomingen aan personen met een handicap, in het bijzonder deze op grond van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap wel tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank behoren, en de personen met een handicap die een tegemoetkoming op grond van deze laatste wet aanvragen zich dus wel tot de arbeidsrechtbank kunnen wenden wanneer er hierover een geschil bestaat, met inbegrip van de erkenning van hun handicap zelf ? b) Schendt artikel 582, 1° Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 Grondwet wanneer het op die wijze wordt uitgelegd dat de arbeidsrechtbank niet bevoegd is voor geschillen met betrekking tot de wet van 5 mei 2019 betreffende de toekenning van een forfaitair bedrag aan de personen die lijden aan aangeboren misvormingen die het gevolg zijn van het innemen van geneesmiddelen met Thalidomide door de moeder tijdens de zwangerschap, en deze slachtoffers van niet-beroepsgerelateerde gezondheidsschade zich ter beslechting van dit geschil dus moeten wenden tot de rechtbank van eerste aanleg, terwijl andere slachtoffers van niet-beroepsgerelateerde gezondheidsschade die gerechtigd zijn op een bij wet geregelde vergoeding, zoals in het bijzonder slachtoffers van niet-beroepsgerelateerde gezondheidsschade ingevolge de blootstelling aan asbest, zich op grond van artikel 579, 6° Gerechtelijk Wetboek wel kunnen wenden tot de arbeidsrechtbank wanneer er hierover een geschil bestaat met het Asbestfonds ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7663 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut