Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 augustus 2021

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Verviers, de volge « 1) Schendt artikel 105 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor gen(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021203712
pub.
03/08/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 8 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1) Schendt artikel 105 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals gewijzigd bij de artikelen 21 en 22 van de programmawet van 10 augustus 2015, dat, sinds de inwerkingtreding ervan, de toekenning van de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen schorst gedurende een periode van hechtenis of gevangenzetting en het niveau van bescherming dat wordt geboden door de van kracht zijnde wetgeving aanzienlijk vermindert, zonder dat daartoe redenen bestaan die verband houden met het algemeen belang, artikel 23 van de Grondwet (standstill-beginsel), al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? 2) Schendt artikel 105 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals gewijzigd bij de artikelen 21 en 22 van de programmawet van 10 augustus 2015, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het categorieën van personen die zich in situaties bevinden die, ten aanzien van de beschouwde maatregel, wezenlijk verschillend zijn, zonder redelijke verantwoording op identieke wijze behandelt, namelijk, enerzijds, de werkloze die het voorwerp uitmaakt van een maatregel van hechtenis of gevangenzetting en, anderzijds, de gerechtigde op ziekte- en invaliditeitsuitkeringen die het voorwerp uitmaakt van eenzelfde maatregel, aangezien die twee categorieën van personen hun vergoedingen of uitkeringen op dezelfde wijze geschorst zien tijdens de duur van de vrijheidsbenemende maatregel ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7613 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^