gepubliceerd op 30 juni 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 juni 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank Henegouwen, afdeling Doornik :
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 17 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het    Hof is ingekomen op 2 juni 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank    Henegouwen, afdeling Doornik :    - de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Brengt artikel 1385sexies van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre    het bepaalt dat ' dwangsommen die vóór de faillietverklaring verbeurd    zijn, [...] in het passief van het faillissement niet [worden]    toegelaten ', in samenhang gelezen met artikel 79 van de    faillissements
wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					08/08/1997
				
				
					pub. 
					28/10/1997
				
				
					numac 
					1997009766
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van justitie
					
				
				
					Faillissementswet  
				
			
		
	sluiten, dat bepaalt dat ' indien er een    overschot is, [...] dit rechtens [toekomt] aan de gefailleerde ', een    discriminatie met zich mee tussen de schuldeiser van de dwangsommen en    de andere gewone schuldeisers, enerzijds, en tussen de schuldeiser van    de dwangsommen en de gefailleerde schuldenaar, anderzijds, en schendt    het bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien bij de    sluiting van het faillissement, het actief dat overblijft na    voldoening van de andere schuldeisers dan de schuldeiser van    dwangsommen, zou toekomen aan de gefailleerde schuldenaar, en niet aan    zijn schuldeiser van dwangsommen ? »;    - het Hof uitgenodigd te antwoorden op de volgende prejudiciële vraag    indien het antwoord op de bovenstaande vraag ontkennend zou zijn :    « Brengen de artikelen 79 en 80 van de faillissements
wet van 8    augustus 1997Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					08/08/1997
				
				
					pub. 
					28/10/1997
				
				
					numac 
					1997009766
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van justitie
					
				
				
					Faillissementswet  
				
			
		
	sluiten, in zoverre zij niet bepalen dat de schuldeiser van een    dwangsom wordt gehoord over de maatregel van verschoonbaarheid van de    gefailleerde of dat hij daarover zijn advies kan geven, een    discriminatie met zich mee tussen de schuldeiser van de dwangsommen en    de andere gewone schuldeisers, enerzijds, en tussen de schuldeiser van    de dwangsommen en de gefailleerde schuldenaar, anderzijds, en schenden    zij bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7593 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux