Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 10 juni 2021

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 5 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 mei 2021, heeft de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende pre « Schenden de artikelen 2 en 4 van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame finan(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021202834
pub.
10/06/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 5 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 mei 2021, heeft de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 2 en 4 van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de [lokale] politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat zij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid (' Net Brussel ') de verplichting opleggen een inhouding van 13,07 % te verrichten op het volledige bedrag van het vakantiegeld openbare sector betaald aan de statutaire ambtenaren ervan, op wie noch de pensioenregeling van de rijksambtenaren, noch de regeling georganiseerd bij de wet van 28 april 1958, noch de pensioenregeling van de plaatselijke besturen van toepassing zijn, en die bij de verzekeringsmaatschappij Ethias het voordeel van een eigen pensioenregeling genieten krachtens de ordonnantie van 13 april 1995 betreffende de pensioenregeling van de personeelsleden van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre 1) zij zodoende ' Net Brussel ' (instelling van openbaar nut van categorie A in de zin van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut) de verplichting opleggen om voor het statutair personeel ervan een dergelijke inhouding te verrichten van 13,07 % op hun vakantiegeld krachtens die artikelen 2 en 4 van de wet van 24 oktober 2011, terwijl de gemeenschappen en de gewesten alsook de instellingen, met name van openbaar nut die ervan afhangen, ervan zijn vrijgesteld dergelijke inhoudingen te verrichten, ter uitvoering van de wet van 17 september 2005 houdende invoering van een egalisatiebijdrage voor pensioenen ? 2) zij zodoende de statutaire ambtenaren van ' Net Brussel ', die een eigen pensioenregeling hebben, de verplichting opleggen bij te dragen aan de financiering van de pensioenen van de benoemde personeelsleden van de provinciale en de plaatselijke overheidsdiensten, terwijl de vastbenoemde personeelsleden die aanspraak kunnen maken op een rustpensioen ten laste van de Schatkist of van de pensioenregeling ingesteld bij de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden, van het toepassingsgebied van die wet van 24 oktober 2011 zijn uitgesloten en niet bijdragen aan de financiering van een andere pensioenregeling dan die waaronder zij vallen en waarvan zij het voordeel zullen genieten ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7574 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^