Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 22 maart 2021

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 3 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 februari 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank te Luik, afdeling Luik, « 1. Is artikel XX.58, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht bestaanbaar met de artikele(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021201020
pub.
22/03/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 3 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 februari 2021, heeft de Ondernemingsrechtbank te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Is artikel XX.58, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een identieke behandeling voorbehoudt : - enerzijds, aan de schuldeiser-medecontractant van de onderneming in moeilijkheden, wiens schuldvordering contractueel van aard is en beantwoordt aan prestaties die ten aanzien van die onderneming zijn uitgevoerd tijdens de periode van gerechtelijke reorganisatie, en - anderzijds, aan de Belgische Staat, die houder is van een schuldvordering inzake het debetsaldo van de rekening-courant waarop de aftrek en de belastingen die verschuldigd zijn inzake belasting over de toegevoegde waarde (btw) zijn geregistreerd op naam van de onderneming, terwijl : - wanneer die twee categorieën van schuldvorderingen ontstaan zijn tijdens de periode van gerechtelijke reorganisatie, de schuldvordering van contractuele oorsprong veronderstelt dat een overeenkomst die loopt op het ogenblik van het openen van de procedure wordt gesloten, behouden of voortgezet en dat, bijgevolg, vrijwillig een risico wordt genomen en er een verband is met het door de wetgever nagestreefde doel van continuïteit van de onderneming, terwijl : . de Belgische Staat geen handels- of contractuele relatie heeft met de onderneming, en . de schuldvordering inzake het saldo van de lopende btw-rekening uiteindelijk het gevolg is van verrichtingen die door de onderneming zijn uitgevoerd, en niet van prestaties die te haren aanzien zijn verricht, en . de Belgische Staat (de belastingadministratie) louter wegens de toepassing van de wet houder is van de bovenvermelde schuldvordering, zonder enige intentionaliteit vanwege de Belgische Staat; en terwijl : - het begrip 'boedelschuld' een uitzondering is op het gemeenrechtelijke beginsel van gelijkheid van alle schuldeisers, en strikt moet worden geïnterpreteerd ? »; « 2. Is artikel XX.58, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een identieke behandeling voorbehoudt : - enerzijds, aan de schuldeiser-medecontractant (= contractuele schuldeiser) van de onderneming in moeilijkheden, wiens schuldvordering beantwoordt aan prestaties die ten aanzien van die onderneming zijn uitgevoerd tijdens de periode van gerechtelijke reorganisatie, en - anderzijds, aan de Belgische Staat, die houder is van een schuldvordering inzake bedrijfsvoorheffing, terwijl : - wanneer die twee categorieën van schuldvorderingen ontstaan zijn tijdens de periode van gerechtelijke reorganisatie, de schuldvordering van contractuele oorsprong veronderstelt dat een overeenkomst die loopt op het ogenblik van het openen van de procedure wordt gesloten, behouden of voortgezet en dat, bijgevolg, vrijwillig een risico wordt genomen en er een verband is met het door de wetgever nagestreefde doel van continuïteit van de onderneming, terwijl : . de Belgische Staat geen handels- of contractuele relatie heeft met de onderneming en dus geen prestaties heeft uitgevoerd ten aanzien van de onderneming, en . de Belgische Staat (de belastingadministratie) louter wegens de toepassing van de wet houder is van de bovenvermelde schuldvordering, zonder enige intentionaliteit vanwege de Belgische Staat; en terwijl : - het begrip 'boedelschuld' een uitzondering is op het gemeenrechtelijke beginsel van gelijkheid van alle schuldeisers, en strikt moet worden geïnterpreteerd ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7512 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^