gepubliceerd op 17 februari 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 januari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 januari 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, afdeling « Schenden de artikelen L1133-1 en L1133-2 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decent(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 6 januari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 januari 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen L1133-1 en L1133-2 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre zij erin voorzien dat de reglementen en verordeningen van de gemeenten bindend worden de vijfde dag volgend op de bekendmaking ervan door middel van aanplakking, waarin het onderwerp van het reglement of de verordening worden aangegeven, evenals de datum van de beslissing waarbij de goedkeuring ervan geschiedde en, in voorkomend geval, de beslissing van de toezichthoudende overheid, en dat van de bekendmaking en van de datum van bekendmaking van die reglementen en verordeningen moet blijken door aantekening in een speciaal daartoe gehouden register, terwijl de artikelen L2213-2 en L2213-3 van hetzelfde Wetboek, in de interpretatie ervan na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 12 november 2020, erin voorzien dat de reglementen en verordeningen van de provincies bindend worden de achtste dag na die van de opneming in het provinciaal Bulletin en terwijl de wetgever noch de aanplakking, noch de wijze waarop daarvan het bewijs wordt aangebracht, heeft gedefinieerd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7495 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux