gepubliceerd op 22 december 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnissen van 16 november 2020, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 23 november 2020, heeft de Politierechtbank Antwerpen, afdeling M « Schendt het artikel 37/1, vervangen bij de Wet van 6 maart 2018 ter verbetering van de verkeersve(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnissen van 16 november 2020, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 23 november 2020, heeft de Politierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 37/1, vervangen bij de Wet van 6 maart 2018 ter verbetering van de verkeersveiligheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de rechter ertoe verplicht om bij een veroordeling van een recidiverende bestuurder van een voertuig of begeleider van een bestuurder met het oog op de scholing ingevolge de overtreding van artikel 36 van deze wet indien het gaat om een bestraffing na een veroordeling met toepassing van artikel 34, § 2 indien de ademanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 0,50 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 1,2 gram per liter bloed aangeeft, de geldigheid van het rijbewijs van de overtreder tot alle motorvoertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot te beperken, en waarbij de omzetting van deze alcoholwaarden gebeurt door het vermenigvuldigen of delen met een factor gelijk aan 2,30 of 2,40, terwijl het artikel 34, § § 1 en 2, 1°, de bestuurder van een voertuig strafbaar stelt indien de ademanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,22, respectievelijk 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,5 gram, respectievelijk 0,8 gram per liter aangeeft, en waarbij derhalve een andere vermenigvuldigingsfactor, zijnde 2,27 of 2,28, wordt gehanteerd, waardoor er een verschil in de grenswaarden voor het alcoholslot bij herhaling, t.t.z. tussen 0,50 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht en 1,2 gram per liter bloed, ontstaat ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7466 en 7467 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier,F. Meersschaut