Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 16 november 2020

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 2 oktober 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 oktober 2020, heeft de Nederlandstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de « 1. Schenden artikel 30bis § 3 en § 4, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969 tot herzi(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2020204684
pub.
16/11/2020
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 2 oktober 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 oktober 2020, heeft de Nederlandstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schenden artikel 30bis § 3 en § 4, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer deze bepalingen zo wordt geïnterpreteerd dat de hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever bedoeld in artikel 30bis § 3 niet wordt toegepast wanneer de opdrachtgever de in § 4, eerste lid, bedoelde inhoudingen en stortingen correct uitvoert bij elke betaling van een deel of het geheel van de prijs aan een aannemer of onderaannemer; terwijl de hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever wiens betalingsverplichting aan de aannemer of onderaannemer door wettelijke schuldvergelijking krachtens de wet van rechtswege teniet gaat en bijgevolg geen verplichting heeft tot inhouding en storting aan de RSZ, onverkort blijft gelden, zelfs bij tenietgaan van de verplichting tot betaling van de prijs, zodat hij in de onmogelijkheid verkeert om aan de hoofdelijke gehoudenheid te ontsnappen ? 2. Schenden artikel 30bis § 3 en § 4, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer deze bepaling zo wordt uitgelegd dat de hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever bedoeld in artikel 30bis § 3 van dezelfde wet niet wordt toegepast wanneer de opdrachtgever de in § 4, eerste lid, bedoelde inhoudingen en stortingen correct uitvoert bij elke betaling van een deel of het geheel van de prijs aan een aannemer of onderaannemer;terwijl de opdrachtgever wiens betalingsverplichting aan de aannemer of onderaannemer door wettelijke schuldvergelijking krachtens de wet van rechtswege teniet gaat en bijgevolg geen verplichting heeft tot inhouding en storting aan de RSZ geen mogelijkheid heeft zich te bevrijden van de hoofdelijke aansprakelijkheid van artikel 30bis § 3 door de storting aan de RSZ van 35 pct. van het totaal van het oorspronkelijk door hem verschuldigde bedrag aan de aannemer of onderaannemer, dat door de wettelijke schuldvergelijking nooit betaald werd ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7451 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^