gepubliceerd op 30 oktober 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 7 september 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 september 2020, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling « Schendt artikel 541 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in die zin geïnte(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 7 september 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 september 2020, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 541 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat een belastingplichtige die bij de goedkeuring van zijn balansen op 31 december 2012 en op 31 december 2013 niet het geheel of een deel van de boekhoudkundige winst van die jaren heeft uitgekeerd maar heeft gepreciseerd winst van vóór 2012 uit te keren, een bijzondere reserve kon aanleggen ten belope van de boekhoudkundige winst na belasting van de referentieboekjaren, terwijl een belastingplichtige die de boekhoudkundige winst van zijn balansen op 31 december 2012 en op 31 december 2013 heeft uitgekeerd, een bijzondere liquidatiereserve kon aanleggen ten belope van de boekhoudkundige winst na belasting van de referentieboekjaren maar met aftrek van de winst die tijdens de twee referentieboekjaren is uitgekeerd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7436 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux