gepubliceerd op 31 augustus 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 1 juli 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 juli 2020, heeft het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en v « Schendt artikel 18/2 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en ve(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij beslissing van 1 juli 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 juli 2020, heeft het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 18/2 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 22 van de Grondwet en/of al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, in zoverre het niet in een bijzondere bescherming voorziet, ten gunste van een advocaat, een arts of een journalist, voor de communicatiemiddelen die zij gebruiken voor andere dan beroepsdoeleinden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7416 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux