gepubliceerd op 02 september 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 juni 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2019, heeft de Vrederechter van het tweede kanton Antwerpen de volgen « Schendt de interpretatie van de artikelen 26 en 28 Handelshuurwet die ertoe leidt dat de vervalte(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 27 juni 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2019, heeft de Vrederechter van het tweede kanton Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de interpretatie van de artikelen 26 en 28 Handelshuurwet die ertoe leidt dat de vervaltermijn van één jaar voorzien door artikel 28 Handelshuurwet niet van toepassing is op de uitzettingsvergoeding gevorderd op grond van artikel 12 juncto artikel 16 juncto artikel 25 en 26 van de Handelshuurwet, waardoor die interpretatie ertoe leidt dat op de uitzettingsvergoeding verschuldigd op grond van artikel 16 juncto artikel 25 Handelshuurwet die éénjarige termijn wel van toepassing is en op de uitzettingsvergoeding verschuldigd op grond van artikel 12 juncto artikel 16 juncto artikel 25 en 26 van de Handelshuurwet niet, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7225 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut