gepubliceerd op 19 april 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 december 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 februari 2019, heeft de Correctionele Rechtbank Luxemburg, afdeling Ne « Schendt artikel 2 van de wet van 2 september 2018 dat met name artikel 38, § 6, eerste lid, (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 6 december 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 februari 2019, heeft de Correctionele Rechtbank Luxemburg, afdeling Neufchâteau, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van de wet van 2 september 2018 dat met name artikel 38, § 6, eerste lid, van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wijzigt, in zoverre geen enkele bepaling van overgangsrecht eraan is verbonden die de toepassing handhaaft van artikel 38, § 6, eerste lid, van de gecoördineerde wetten betreffende de politie over het wegverkeer, zoals het bij de wet van 6 maart 2018 was vastgesteld, op de beklaagden die vóór de inwerkingtreding van die wet van 6 maart 2018 feiten hebben gepleegd maar na de inwerkingtreding van de wet van 2 september 2018 zijn berecht, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7132 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux