gepubliceerd op 27 februari 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 november 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 december 2018, heeft de Arbeidsrechtbank Waals-Brabant, afdeling Nijv « Schendt, in zoverre het de laatste aanleg als enig criterium voor de ontvankelijkheid van het ver(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 13 november 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 december 2018, heeft de Arbeidsrechtbank Waals-Brabant, afdeling Nijvel, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt, in zoverre het de laatste aanleg als enig criterium voor de ontvankelijkheid van het verzet instelt, artikel 143 van de wet van 6 juli 2017 houdende vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie - in werking getreden op 3 augustus 2017 - dat artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek wijzigt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre burgerlijke schuldeisers/schuldenaars en handelsschuldeisers/-schuldenaars voor sommige schuldvorderingen verzet kunnen doen terwijl sociale schuldeisers/schuldenaars volledig zijn uitgesloten van de mogelijkheid om verzet te doen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7085 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux