gepubliceerd op 14 december 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 22 oktober 2018 in zake de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten tegen de « Verzekeringskas Arbeidsongevallen - Securex », met als vrijwillig tussen « 1. Schendt - in de hypothese dat artikel 37bis, § 1, van de Arbeidsongevallenwet, op basis v(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 22 oktober 2018 in zake de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten tegen de « Verzekeringskas Arbeidsongevallen - Securex », met als vrijwillig tussenkomende partij D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 oktober 2018, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt - in de hypothese dat artikel 37bis, § 1, van de Arbeidsongevallenwet, op basis van een letterlijke lezing, van toepassing is op het geval waarbij een werknemer die het slachtoffer is van een arbeidsongeval tijdens de uitvoering van zijn deeltijdse arbeidsovereenkomst, ook tewerkgesteld is in het kader van een andere, voltijdse arbeidsovereenkomst - het artikel 37bis, § 1 van de Arbeidsongevallenwet, in samenhang gelezen met het artikel 37bis, § 2, van de Arbeidsongevallenwet, het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel, vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat eenzelfde categorie van personen, m.n. deeltijdse werknemers die het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval, zonder redelijke verantwoording verschillend worden behandeld naargelang hun deeltijdse contractuele tewerkstelling wordt gecombineerd met een voltijdse dan wel met een (of meer) deeltijdse contractuele tewerkstelling(en), aangezien in het eerste geval (combinatie van deeltijdse met voltijdse contractuele tewerkstelling) de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid (ex artikel 37bis, § 1) alleen wordt gecompenseerd met vergoedingen die berekend worden op het basisloon dat uitsluitend is vastgesteld met inachtneming van het loon van de deeltijdse arbeidsovereenkomst, met een ' ondervergoeding ' tot gevolg, terwijl in het tweede geval (combinatie van deeltijdse met deeltijdse contractuele tewerkstellingen) de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid gecompenseerd wordt (ex artikel 37bis, § 2) met vergoedingen die berekend worden op een basisloon dat vastgesteld wordt met inachtneming van de lonen die verschuldigd zijn krachtens alle deeltijdse arbeidsovereenkomsten, waardoor een ' ondervergoeding ' deels wordt getemperd ? 2. Schenden het artikel 34 juncto de artikelen 36 en 37bis, § § 1 en 2 van de Arbeidsongevallenwet het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel, vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat eenzelfde categorie van personen, m.n. werknemers die een deeltijdse en voltijdse contractuele tewerkstelling cumuleren én slachtoffer zijn van een arbeidsongeval, zonder redelijke verantwoording verschillend worden behandeld naargelang het arbeidsongeval zich voordoet tijdens de voltijdse dan wel de deeltijdse contractuele tewerkstelling, aangezien in het eerste geval (arbeidsongeval tijdens voltijdse contractuele tewerkstelling) de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid gecompenseerd wordt met vergoedingen berekend op het (voltijds) loon waarop de werknemer recht heeft, desgevallend aangevuld met een hypothetisch loon (art. 34 - 36 Arbeidsongevallenwet), terwijl in het tweede geval (arbeidsongeval tijdens deeltijdse contractuele tewerkstelling) de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid alleen wordt gecompenseerd ofwel (ex artikel 37bis, § 1) met vergoedingen die berekend worden op het basisloon dat uitsluitend is vastgesteld met inachtneming van het loon van de deeltijdse arbeidsovereenkomst, met een ' ondervergoeding ' tot gevolg, ofwel (ex artikel 37bis, § 2) met vergoedingen die berekend worden op een basisloon dat vastgesteld wordt met inachtneming van de lonen die verschuldigd zijn krachtens alle deeltijdse arbeidsovereenkomsten, waardoor een ' ondervergoeding ' deels wordt getemperd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7035 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut