gepubliceerd op 13 februari 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 december 2017 in zake F.D. tegen de opdrachthoudende vereniging « Iverlek ", waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 dec « Is het onderscheid op het gebied van de éénjarige verjaring als bedoeld door artikel 2272, tweede(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 6 december 2017 in zake F.D. tegen de opdrachthoudende vereniging « Iverlek ", waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 december 2017, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het onderscheid op het gebied van de éénjarige verjaring als bedoeld door artikel 2272, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek tussen kooplieden wegens de levering van koopwaren, en in het bijzonder de levering van energie aan huishoudelijke consumenten, en een opdrachthoudende vereniging zoals Iverlek wegens de levering van koopwaren, en in het bijzonder de levering van energie aan huishoudelijke consumenten, omdat deze laatste handelt in het kader van een openbare dienstverlening, discriminerend ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6795 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut