Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 05 februari 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 16 november 2017 in zake Antonino Ippolito en Maryse Buckinx tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 « Schendt artikel 356 van het WIB 1992, zoals ingevoerd bij artikel 2 van de wet van 22 december 20(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018200500
pub.
05/02/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 16 november 2017 in zake Antonino Ippolito en Maryse Buckinx tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 november 2017, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 356 van het WIB 1992, zoals ingevoerd bij artikel 2 van de wet van 22 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003774 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale bepalingen sluiten houdende fiscale bepalingen (B.S. 31 december 2009), zoals door het Hof van Cassatie in zijn op 13 februari 2015 (A.R. nr. F.13.0150.N) en op 26 [lees : 5] november 2015 (A.R. nr. F.14.0014.N) gewezen [arresten] in die zin geïnterpreteerd dat het de belastingadministratie toestaat aan de rechtbank een subsidiaire aanslag voor te stellen door binnen een termijn van zes maanden na een vonnis van nietigverklaring louter een conclusie ter griffie neer te leggen zonder aan het annulatiegebrek een einde te moeten maken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en beperkt het op onevenredige wijze de rechten van de belastingplichtige, in zoverre het de belastingadministratie het recht verleent procedurefouten te begaan zonder enig gevolg voor haar, terwijl zij de adressaten van haar opdracht, die nochtans van algemeen belang is, fundamentele waarborgen ontzegt, en doet het geen verschil in behandeling ontstaan tussen twee categorieën van belastingplichtigen naar gelang van de door een van de partijen begane fouten, waarbij de enen het voordeel genieten van de mogelijkheden tot tegenspraak ten aanzien van de wettigheid van de komende aanslag en van procedurele waarborgen a priori, vóór de vestiging van de aanslag, wanneer de belastingadministratie hem [lees : hun] een bericht van wijziging of een kennisgeving van aanslag van ambtswege toezendt, terwijl de anderen dezelfde procedurele waarborgen worden ontzegd, die verbonden zijn met de aan de komende rechtzetting voorafgaande concrete en cijfermatige gegevens, aangezien zij nooit één keer een bericht van wijziging of een bericht van aanslag van ambtswege zullen hebben ontvangen, ongeacht of het gaat om de aanvankelijke procedure dan wel om de procedure van subsidiaire aanslagen, en zij niet de minste opmerking zullen hebben kunnen doen gelden, waarbij men een gerechtelijk debat over de wettigheid van subsidiaire aanslagen gevoerd laat worden op basis van de in het gerechtelijke stadium uitgewisselde proceduregeschriften alleen ? »; « Schendt artikel 356 van het WIB 1992, zoals ingevoerd bij artikel 2 van de wet van 22 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003774 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale bepalingen sluiten houdende fiscale bepalingen (B.S. 31 december 2009), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het fiscaal proces van subsidiaire aanslag zijn karakter van burgerlijk proces, beheerst door het gemeen gerechtelijk recht, ontneemt, en in zoverre het de belastingadministratie de mogelijkheid biedt een nochtans vervallen rechtsgeding te doen herleven, niet alleen de debatten voort te zetten voor een rechterlijke instantie die de vordering van de belastingplichtige nochtans heeft ingewilligd, hetgeen het rechtsgeding zou moeten doen vervallen en het definitief aan de rechterlijke instantie zou moeten onttrekken met toepassing van artikel 19 van het Gerechtelijk Wetboek, maar voorts het onderwerp van het voortgezette rechtsgeding te veranderen en van procedurele rol te veranderen, waarbij de fiscus in het raam van eenzelfde rechtsgeding een veroordeling tot het betalen van sommen op naam van de belastingplichtige vordert nadat zijn titel langs gerechtelijke weg nietig verklaard werd, terwijl de beginselen van het gerechtelijk recht vereisen dat indien de rechterlijke instantie de nietigverklaring heeft uitgesproken, het geschil aan haar wordt onttrokken en terwijl de onttrekking van openbare orde is, hetgeen belet dat de vordering tot geldigverklaring van een subsidiaire aanslag nog kan worden voorgelegd aan de ' geadieerde ' rechterlijke instantie ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6779 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^