Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 26 januari 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 29 november 2017 in zake de procureur des Konings, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 december 2017, heeft de familierectba « Schenden artikel 1 van het decreet van 6 fructidor jaar II, dat op heden niet uitdrukkelijk is op(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018200295
pub.
26/01/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 29 november 2017 in zake de procureur des Konings, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 december 2017, heeft de familierectbank van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 1 van het decreet van 6 fructidor jaar II, dat op heden niet uitdrukkelijk is opgeheven, en artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek, zoals het in 1991 van kracht was, afzonderlijk genomen of met elkaar in samenhang gelezen, in die zin geïnterpreteerd dat, zodra ' de schrijfwijze van de familienaam, in de geboorteakte van een kind, in overeenstemming is met die van de naam in de geboorteakte van zijn vader, wordt geoordeeld dat de naam van het kind geen vergissing in dat verband bevat en bijgevolg geenszins aanleiding kan geven tot de in artikel 1383 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde verbetering van die geboorteakte ', niet met name de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met name de artikelen 8 en 14 ervan, hetgeen zodoende onder meer een ongeoorloofde en onevenredige belemmering voor de bescherming van het privé- en gezinsleven uitmaakt ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6787 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^