gepubliceerd op 12 december 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 26 oktober 2017 in zake L.P. tegen J.M. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 november 2017, heeft de Rechtbank va « Schendt art. 14 derde lid Wet 8 augustus 1997 Faillissementswet voor zover het betrekking heeft o(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 26 oktober 2017 in zake L.P. tegen J.M. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 november 2017, heeft de Rechtbank van Koophandel te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt art. 14 derde lid Wet 8 augustus 1997 Faillissementswet voor zover het betrekking heeft op derdenverzet tegen een later vonnis waarbij de datum van staking van betaling wordt vervroegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in combinatie met art. 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, enerzijds doordat een belanghebbende derde in het faillissementsrecht anders behandeld wordt dan een belanghebbende derde in het gemeen recht of in het vennootschapsrecht, en anderzijds doordat het recht van tegenspraak niet afdoende wordt gewaarborgd ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 6760 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut