gepubliceerd op 23 oktober 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 augustus 2017 in zake Marie-Ange Toubeau tegen Dorothée Lepoutre en Cédric Lepoutre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 s « Schendt artikel 745quinquies, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de G(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 4 augustus 2017 in zake Marie-Ange Toubeau tegen Dorothée Lepoutre en Cédric Lepoutre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 september 2017, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Doornik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 745quinquies, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, alsook artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol, in zoverre het bepaalt dat, wanneer de omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot wordt gevorderd, ingeval de langstlevende echtgenoot tot de nalatenschap komt met afstammelingen uit een vorige relatie van de overledene, de waardering van het vruchtgebruik dient te worden berekend door rekening te houden met het feit dat de langstlevende echtgenoot wordt geacht twintig jaar ouder te zijn dan de oudste afstammeling van de overledene ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6722 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux