Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 23 mei 2017

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij vonnis van 27 maart 2017 in zake S. H.O., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 maart 2017, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste « Schenden de artikelen 20, 25/2 en 59, derde lid, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de extern(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017202585
pub.
23/05/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten a. Bij vonnis van 27 maart 2017 in zake S.H.O., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 maart 2017, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, strafuitvoeringsrechtbank, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 20, 25/2 en 59, derde lid, van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, zoals gewijzigd of ingevoegd bij de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij de toekenning verbieden van elke modaliteit inzake uitvoering van de gevangenisstraf, met uitzondering van die welke is bedoeld in artikel 4, § 2, aan een gedetineerde zonder verblijfsvergunning, terwijl de andere gedetineerden die modaliteiten wel kunnen genieten ? ». b. Bij arrest van 22 maart 2017 in zake B.T.K., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 april 2017, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1) Schendt artikel 153 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie de artikelen 10, 11 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5.1 en 7.1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre de strafuitvoeringsrechtbank de beperkte detentie, het elektronisch toezicht en de voorwaardelijke invrijheidstelling niet kan toekennen aan veroordeelden die niet zijn toegelaten of gemachtigd tot een verblijf in België ? 2) Schendt artikel 153 van de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2016 pub. 19/02/2016 numac 2016009064 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie de artikelen 10, 11 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5.1 en 7.1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, en met het algemene rechtsbeginsel van de niet-retroactiviteit van de strafwet, in zoverre het aan de strafuitvoeringsrechtbank opgelegde verbod om de beperkte detentie, het elektronisch toezicht en de voorwaardelijke invrijheidstelling toe te kennen aan veroordeelden die niet zijn toegelaten of gemachtigd tot een verblijf in België, zonder onderscheid van toepassing is op die personen die vanaf 29 februari 2016 worden veroordeeld en op die welke vóór die datum zijn veroordeeld ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6644 en 6645 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^