Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 23 november 2016

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 21 september 2016 in zake de Franse Gemeenschap tegen de nv « AXA Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 september 1. « Schenden de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 24 van de(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016205807
pub.
23/11/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 21 september 2016 in zake de Franse Gemeenschap tegen de nv « AXA Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 september 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet in zoverre zij het de Franse Gemeenschap in haar hoedanigheid van openbare werkgever mogelijk maken rechtstreeks op te treden tegen de derde die aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van een van haar leerkrachten teneinde de wedden terug te vorderen die zij hem tijdens zijn arbeidsongeschiktheid is blijven betalen maar het de Franse Gemeenschap in haar hoedanigheid van subsidiërende overheid niet mogelijk maken rechtstreeks op te treden tegen de derde die aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van een leerkracht van een door haar gesubsidieerde instelling teneinde de weddetoelagen terug te vorderen die zij hem met toepassing van de artikelen 24 en 127 van de Grondwet en de artikelen 25 tot 27, 29 en 36, § 1, van de wet van 29 mei 1959 tijdens zijn arbeidsongeschiktheid is blijven storten, terwijl de leerkracht in beide gevallen geen arbeidsprestaties heeft verricht ? »;2. « Schenden de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre zij door de Franstalige kamer van het Hof van Cassatie in die zin worden geïnterpreteerd dat zij niet van toepassing kunnen zijn op de Franse Gemeenschap, handelend in de hoedanigheid van subsidiërende overheid, en dat zij haar schade aldus tot de wettelijke subrogatie beperken, terwijl zij door de Nederlandstalige kamer van het Hof van Cassatie in die zin worden geïnterpreteerd dat zij het de Gemeenschap, ongeacht of zij handelt in haar hoedanigheid van openbare werkgever of in haar hoedanigheid van subsidiërende overheid, mogelijk maken de terugbetaling te verkrijgen van de volledige bezoldiging en van de lasten die zijn geheven op de bezoldiging van een leerkracht tijdens zijn tijdelijke arbeidsongeschiktheid ingevolge een ongeval dat aan de fout van een derde te wijten is, omdat zij diens arbeidsprestaties niet als tegenprestatie heeft kunnen genieten, niet de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in zoverre de Nederlandstalige kamer van het Hof van Cassatie, op grond van dezelfde bepalingen, aan de Gemeenschap een ruimere vergoeding toekent dan de Franstalige kamer van hetzelfde Hof ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6517 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^