Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 23 mei 2016

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 april 2016 in zake Benoît Bams en Carine Marliere tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 april 2016 « Schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, in die zin geïnterpreteerd dat h(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016202512
pub.
23/05/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 6 april 2016 in zake Benoît Bams en Carine Marliere tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 april 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, afdeling Aarlen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, in die zin geïnterpreteerd dat het de aanrekening van de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste bij de echtgenoot met het hoogste belastbare inkomen oplegt, zelfs wanneer dat inkomen is vrijgesteld krachtens een internationaalrechtelijke bepaling die voorziet in de vrijstelling ervan onder progressievoorbehoud, waardoor dat fiscale voordeel aldus verloren gaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6393 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^