Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 14 maart 2016

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 2 december 2015 in zake Thomas Vauchel en de bvba « Gillet Frédéric » tegen de Franse Gemeenschap en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het « - Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd a) dat het de Frans(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016201359
pub.
14/03/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 2 december 2015 in zake Thomas Vauchel en de bvba « Gillet Frédéric » tegen de Franse Gemeenschap en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 januari 2016, heeft de Correctionele Rechtbank Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « - Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd a) dat het de Franse Gemeenschap, handelend in haar hoedanigheid van openbare werkgever, de mogelijkheid biedt terugbetaling te verkrijgen van de volledige bezoldiging en de daarop geheven lasten betaald aan één van haar personeelsleden tijdens diens afwezigheden ingevolge een ongeval, omdat zij geen arbeidsprestaties als tegenprestatie heeft kunnen genieten, ten laste van de daarvoor aansprakelijke derde; b) maar dat het de Franse Gemeenschap, handelend in haar hoedanigheid van subsidiërende overheid overeenkomstig de artikelen 25 tot 29 van de wet van 29/05/1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, niet de mogelijkheid biedt de terugbetaling van diezelfde bedragen te verkrijgen, de artikelen 10 en 11 en, in voorkomend geval, 24 van de Grondwet, in zoverre in beide gevallen de betaling van die bezoldiging voor rekening is van de Franse Gemeenschap ? - Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd (cf., bijvoorbeeld, het arrest van het Hof van Cassatie van 05/03/2015, AR. C.14.0197.F) dat het niet als grondslag kan dienen voor de schadeloosstelling van de Franse Gemeenschap wanneer die de terugbetaling vordert van alle weddetoelagen en de daarop geheven lasten die (overeenkomstig de artikelen 25 tot 29 van de wet van 29/05/1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving) werden gestort tijdens de afwezigheden van de begunstigde ervan en zulks ten laste van de derde die aansprakelijk is voor het ongeval dat de oorzaak ervan is, terwijl dezelfde interpretatie de volledige vergoeding van het nadeel van de Franse Gemeenschap via een dergelijke terugbetaling toestaat wanneer het personeelslid één van haar ambtenaren is, de artikelen 10 en 11 en, in voorkomend geval, 24 van de Grondwet ? - Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd (cf., bijvoorbeeld, het arrest van het Hof van Cassatie van 07/11/2014, AR. C.13.0199.N) dat het de Franse Gemeenschap, handelend als subsidiërende overheid, de mogelijkheid biedt terugbetaling te verkrijgen van alle weddetoelagen en de daarop geheven lasten die (overeenkomstig de artikelen 25 tot 29 van de wet van 29/05/1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving) werden gestort tijdens de afwezigheden van de begunstigde ervan en zulks ten laste van de derde die aansprakelijk is voor het ongeval dat de oorzaak ervan is, aangezien de omstandigheid dat zij niet de eigenlijke werkgever is, geen afbreuk doet aan het feit dat de Franse Gemeenschap de bezoldiging van dat personeelslid stort tijdens de periode van diens tijdelijke arbeidsongeschiktheid, los van elke band van ondergeschiktheid en zonder de overeenkomstige arbeidsprestaties te genieten, en bijgevolg eigen schade lijdt die op grond van die bepaling voor vergoeding in aanmerking komt, de artikelen 10 en 11 en, in voorkomend geval, 24 van de Grondwet ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6330 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^