gepubliceerd op 02 februari 2016
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 18 december 2015 in zake de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren tegen Frans Van Vlaenderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Ho « 1. Schendt artikel 64, § 1, eerste lid en § 2, eerste lid van de wet van 22 juli 1953 h(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij beslissing van 18 december 2015 in zake de Raad van het Instituut    van de Bedrijfsrevisoren tegen Frans Van Vlaenderen, waarvan de    expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 december 2015,    heeft de Nederlandstalige kamer van de Commissie van Beroep van het    Instituut van de Bedrijfsrevisoren de volgende prejudiciële vragen    gesteld :    « 1. Schendt artikel 64, § 1, eerste lid en § 2, eerste lid van de 
wet    van 22 juli 1953Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					22/07/1953
				
				
					pub. 
					28/10/2009
				
				
					numac 
					2009000714
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet houdende oprichting van een Instituut van de bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april 2007. - Officieuze coördinatie in het Duits 
				
			
		
	sluiten houdende oprichting van een Instituut van de    bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het    beroep van bedrijfsrevisor de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al    dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag    voor de rechten van de mens en artikel 14.1 van het internationaal    verdrag in zake burgerrechten en politieke rechten, doordat ze de    termijn binnen de welke hoger beroep moet worden ingesteld enerzijds    vaststelt op 30 dagen voor de bedrijfsrevisor en anderzijds op 40    dagen voor de Raad van het Instituut en de Procureur-generaal ?    2. Schendt artikel 64, § 2, tweede lid van de 
wet van 22 juli 1953Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					22/07/1953
				
				
					pub. 
					28/10/2009
				
				
					numac 
					2009000714
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet houdende oprichting van een Instituut van de bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april 2007. - Officieuze coördinatie in het Duits 
				
			
		
	sluiten    houdende oprichting van een Instituut van de bedrijfsrevisoren en    organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor    de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang    gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van    de mens en artikel 14.1 van het internationaal verdrag in zake    burgerrechten en politieke rechten, doordat het na de betekening van    het door de Raad of de Procureur-generaal ingestelde hoger beroep op    een ogenblik waarop de termijn om hoger beroep in te stellen voor de    bedrijfsrevisor al is vervallen, niet het recht opent voor de    bedrijfsrevisor om alsnog navolgend hoger beroep in te stellen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6319 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut