gepubliceerd op 23 december 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 12 oktober 2015 in zake de Europese Unie tegen de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel , waarvan de expeditie ter griffie van (...) 1. « Schenden de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 12 oktober 2015 in zake de Europese Unie tegen de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 november 2015, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de door de openbare werkgever geleden schade wanneer een van zijn personeelsleden het slachtoffer is van een ongeval dat voor vergoeding in aanmerking komt in de zin van die bepalingen, zich beperkt tot de betaalde bedragen zonder de arbeidsprestaties als tegenprestatie te genieten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de openbare werkgevers, in die interpretatie, verschillend worden behandeld naargelang zij dergelijke schade hebben geleden of andere uitbetalingen hebben moeten verrichten die zonder het ongeval niet hadden moeten worden verricht, terwijl er in beide gevallen sprake is geweest van het verlies van een voordeel dat wordt bepaald door het vergelijken van de situatie van het slachtoffer vóór en na de fout ? »;2. « Schendt artikel 29bis van de
wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/11/1989
pub.
23/12/2009
numac
2009000839
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, in die zin geïnterpreteerd dat de door de openbare werkgever geleden schade wanneer een van zijn personeelsleden als zwakke weggebruiker het slachtoffer is van een ongeval dat voor vergoeding in aanmerking komt in de zin van die bepaling, zich beperkt tot de betaalde bedragen zonder de arbeidsprestaties als tegenprestatie te genieten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de openbare werkgevers, in die interpretatie, verschillend worden behandeld naargelang zij dergelijke schade hebben geleden of andere uitbetalingen hebben moeten verrichten die zonder het ongeval niet hadden moeten worden verricht, terwijl er in beide gevallen sprake is geweest van het verlies van een voordeel dat wordt bepaald door het vergelijken van de situatie van het slachtoffer vóór en na het schade verwekkende feit ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6288 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux