gepubliceerd op 07 december 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 oktober 2015 in zake de nv « Kuehne + Nagel » en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 november 2015, heeft de Rec « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 6 oktober 2015 in zake de nv « Kuehne + Nagel » en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 november 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de vrijgesproken beklaagde en de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor hem, recht hebben op een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de burgerlijke partij die hen rechtstreeks heeft gedagvaard, maar uitsluit dat de in het geding vrijgesproken beklaagde en de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor hem, recht hebben op een rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep ten laste van de burgerlijke partij die, hoewel zij hen niet rechtstreeks heeft gedagvaard, niettemin hoger beroep heeft ingesteld bij ontstentenis van enig beroep van het openbaar ministerie ? ».
Met toepassing van artikel 89bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof werd in die zaak de bij artikel 87, § 1, van dezelfde bijzondere wet bepaalde termijn voor het indienen van een memorie verkort tot vijftien dagen.
Die zaak, ingeschreven onder nummer 6294 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 6153.
De griffier, P.-Y. Dutilleux