gepubliceerd op 30 juni 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 mei 2015 in zake Michel Michiels tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 juni 2015, heeft de Rechtba « Schendt artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, gelezen in samenhang met artike(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 8 mei 2015 in zake Michel Michiels tegen de Belgische    Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1    juni 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven de volgende    prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992,    gelezen in samenhang met artikel 197, tweede lid van ditzelfde Wetboek    zoals gewijzigd door artikel 28 van de Programmawet van 19 december    2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat, wanneer de    uitgaven vermeld in artikel 57 WIB 92 gedaan worden door een    belastingplichtige onderworpen aan de personenbelasting, deze uitgaven    slechts als beroepskosten worden aangenomen wanneer ze worden    verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave die    worden overgelegd in de vorm en binnen de termijn die de Koning    bepaalt, en dit ook als het bedrag van de kosten begrepen is in een    door de verkrijger overeenkomstig artikel 305 ingediende aangifte,    terwijl, wanneer deze uitgaven gedaan worden door een    belastingplichtige die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting,    deze niet verantwoorde uitgaven wel als beroepskosten worden aanvaard    indien deze uitgaven begrepen zijn in een door de verkrijger    overeenkomstig artikel 305 ingediende aangifte ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6212 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut