gepubliceerd op 01 juli 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 22 april 2015 in zake N. C., F. C. en A. O. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft d « Schendt artikel 203, eerste lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 22 april 2015 in zake N. C., F. C. en A. O. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Bergen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 203, eerste lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zoals het van toepassing is in het Waalse Gewest, in zoverre het bepaalt dat het ontdoken recht ondeelbaar verschuldigd is door alle partijen bij de akte, met inbegrip van die waarvoor niet kan worden aangetoond dat zij hebben deelgenomen aan de bewimpeling van een deel van de verkoopprijs, of nog, daarvan kennis hadden, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6207 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux