gepubliceerd op 26 mei 2015
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 april 2015 in zake Fabian Hellebois en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2015, « Schendt artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 19(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 1 april 2015 in zake Fabian Hellebois en anderen tegen    de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 20 april 2015, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste    aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 54ter, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit    nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de    geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de    geneeskundige commissies de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,    afzonderlijk en/of in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1°,    van de Grondwet en artikel 6 van het Internationaal Verdrag inzake    economische, sociale en culturele rechten, doordat het eist, van de    personen die niet voldoen aan de in artikel 24, § 2, tweede lid,    gestelde kwalificatievoorwaarden, dat zij beschikken, om hun    activiteit te blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de    beoefenaars die over een erkenning beschikken, over een ervaring van    drie jaar op datum van 2 juli 1997, terwijl de erkenningsprocedure pas    op 1 september 2010 effectief is geworden, en doordat die bepaling    dus, enerzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 over drie    jaar ervaring beschikten, die verworven rechten kunnen genieten los    van hun (eventuele) latere ervaring (tussen 1997 en 2010) en,    anderzijds, de personen die op datum van 2 juli 1997 niet over drie    jaar ervaring beschikten, die geen verworven rechten kunnen genieten    terwijl zij op datum van 1 september 2010 over drie jaar (of zelfs    meer) ervaring beschikken, verschillend behandelt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6185 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux