Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 18 juni 2014

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 22 april 2014 in zake de bv cvba « Woonmaatschappij IJzer & Zee » tegen Adjetey Afatsawo, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen « Schenden artikel 2 van het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en de artikelen (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014203731
pub.
18/06/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 22 april 2014 in zake de bv cvba « Woonmaatschappij IJzer & Zee » tegen Adjetey Afatsawo, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 mei 2014, heeft de Vrederechter van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 2 van het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en de artikelen 1, 10°, 1, 17°, 3, 7 en 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, de artikelen 10, 11, 22 en/of 23 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen een huurder, die voldoet aan de voorwaarden om een sociale woning te huren en die een sociale woning in huur heeft, in de gevallen waarin deze huurder: - na de aanvang van de sociale huurovereenkomst een duurzame relatie heeft met iemand die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden om als sociale huurder in aanmerking te komen; - na de aanvang van de sociale huurovereenkomst een duurzame relatie heeft met iemand die niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden om als sociale huurder in aanmerking te komen; in acht genomen dat in de eerste hypothese de huurder met zijn partner mag samenwonen in de door hem gehuurde sociale huurwoning terwijl dit in de tweede hypothese wettelijk onmogelijk is ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5902 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^