gepubliceerd op 15 mei 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 maart 2014 in zake de cvoha « CUMA D'AVISCOURT » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 maart 20 « Schenden de artikelen 1017, 1018 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van d(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 19 maart 2014 in zake de cvoha « CUMA D'AVISCOURT »    tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof    is ingekomen op 27 maart 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te    Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schenden de artikelen 1017, 1018 en 1022 van het Gerechtelijk    Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de    Belgische Staat toestaan een rechtsplegingsvergoeding te genieten    wanneer hij in het gelijk wordt gesteld in het raam van een beroep    gebaseerd op artikel 569, 32°, van het Gerechtelijk Wetboek ? ».
Die zaak, ingeschreven onder nummer 5882 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 5809, 5839 en 5843.
De griffier, P.-Y. Dutilleux