gepubliceerd op 21 maart 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 januari 2014 in zake het openbaar ministerie tegen J.D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 februari 2014, heeft de Co « Schendt artikel 127 van het Wetboek van strafvordering betreffende de regeling van de rechtsplegi(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 17 januari 2014 in zake het openbaar ministerie tegen J.D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 februari 2014, heeft de Correctionele Rechtbank te Hoei de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 127 van het Wetboek van strafvordering betreffende de regeling van de rechtspleging door de raadkamer, in die zin geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op een gerechtelijk onderzoek dat aanleiding heeft gegeven tot een beschikking van onttrekking van de zaak aan de onderzoeksrechter wegens territoriale onbevoegdheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het zowel de inverdenkinggestelde of de beklaagde als de burgerlijke partij het recht ontzegt aan het eind van het gerechtelijk onderzoek bijkomende onderzoekshandelingen te vorderen en in zoverre het een onderzoeksgerecht niet de mogelijkheid biedt uitspraak te doen over de regeling van de rechtspleging, in het geval dat het openbaar ministerie ervoor kiest de zaak niet bij een nieuwe onderzoeksrechter aanhangig te maken ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5844 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux