Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 juni 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 26 maart 2013 in zake Herman Vercruysse tegen de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV, waarvan de expeditie ter griffie v « Schendt artikel 144 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorgin(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013203190
pub.
03/06/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij beslissing van 26 maart 2013 in zake Herman Vercruysse tegen de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 mei 2013, heeft de Kamer van beroep ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 144 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, niet de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, afzonderlijk genomen en in samenhang beschouwd met de artikelen 160 en 161 van de Grondwet, het beginsel van de scheiding der machten en artikel 6 EVRM, geïnterpreteerd in die zin dat de Kamer van eerste aanleg, ingesteld als administratief rechtscollege krachtens artikel 144, § 1, van de gecoördineerde wet en gevat op grond van artikel 144, § 2, 2°, van de gecoördineerde wet, na vastgesteld te hebben dat de beslissing van de Leidend ambtenaar nietig is wegens de schending van artikel 142, § 3, van de gecoördineerde wet (vervaltermijnen), ook zelf ambtshalve kennis mag nemen van de inbreuken op de bepalingen van artikel 73bis van de gecoördineerde wet, een bevoegdheid die de Kamer van eerste aanleg bovendien niet heeft op grond van artikel 144, § 2, 1°, van de gecoördineerde wet wanneer de inbreuk tot de bevoegdheid van de Leidend ambtenaar behoort zoals bepaald in artikel 143, § 1, van die gecoördineerde wet ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5634 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^