gepubliceerd op 08 mei 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 25 maart 2013 in zake het openbaar ministerie tegen L. V.D.P. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 april 2013, h « Schenden, rekening gehouden met de in het overwegend gedeelte vermelde overwegingen [...], de bep(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 25 maart 2013 in zake het openbaar ministerie tegen L. V.D.P. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 april 2013, heeft de Correctionele Rechtbank te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden, rekening gehouden met de in het overwegend gedeelte vermelde overwegingen [...], de bepalingen van artikel 162, lid 2 Sv., het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vervatte beginsel van de niet-discriminatie, in zoverre zij de correctionele rechtbank ertoe verplichten de burgerlijke partij die in het ongelijk wordt gesteld, te veroordelen in alle kosten gemaakt door de Staat en de beklaagde, wanneer die partij het strafonderzoek heeft geopend door middel van een klacht met burgerlijke partijstelling, en dus in zoverre zij die burgerlijke partij het recht ontnemen om argumenten aan te voeren die de rechter ervan kunnen overtuigen haar van alle of een deel van de voormelde kosten te ontheffen, terwijl het Hof van Assisen overeenkomstig artikel 350 Sv. wel steeds over een beoordelingsbevoegdheid beschikt om de burgerlijke partij al dan niet in de kosten te veroordelen wanneer zij in het ongelijk wordt gesteld ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5622 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut