gepubliceerd op 30 april 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 maart 2013 in zake E. V.D.V. tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 maart 20 « Schendt artikel 42, § 2, van de wet van 12 april 2011 [houdende aanpassing van de wet van 1 (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 19 maart 2013 in zake E. V.D.V. tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 maart 2013, heeft de Arbeidsrechtbank van Oudenaarde de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 42, § 2, van de
wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
12/04/2011
pub.
28/04/2011
numac
2011012030
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord
type
wet
prom.
12/04/2011
pub.
03/09/2012
numac
2012000535
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord. - Duitse vertaling
sluiten [houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord], in samenhang gelezen met de artikelen 34 tot en met 38 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, met name doordat er een verschil in financiële gevolgen ontstaat tussen enerzijds werknemers die in het kader van een herstructurering ontslagen worden en verplicht zijn om zich in te schrijven in een tewerkstellingscel met als gevolg dat zij in het Paritair Comité 120 doorgaans enkel recht hebben op een inschakelingsvergoeding en niet op een opzeggingsvergoeding en een ontslaguitkering (terwijl de combinatie van een opzeggingsvergoeding met een ontslaguitkering doorgaans beduidend hoger ligt en de ontslaguitkering bovendien gecumuleerd kan worden met werkloosheidsuitkeringen en fiscaal onbelast is) en anderzijds werknemers die buiten een herstructurering ontslagen worden en niet verplicht zijn tot inschrijving in een tewerkstellingscel met als gevolg dat zij recht hebben op de opzeggingsvergoeding en een ontslaguitkering wat doorgaans financieel voordeliger is dan de inschakelingsvergoeding ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5618 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut