Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 30 april 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 11 maart 2013 in zake Adelaïde Tramasure tegen de nv « Société des Quatre Chemins », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 m « Zijn de artikelen 1 tot 12 van de wet van 25 augustus 1885 en het koninklijk uitvoeringsbesluit e(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013202551
pub.
30/04/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 11 maart 2013 in zake Adelaïde Tramasure tegen de nv « Société des Quatre Chemins », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 maart 2013, heeft de Vrederechter van het kanton Thuin de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Zijn de artikelen 1 tot 12 van de wet van 25 augustus 1885 en het koninklijk uitvoeringsbesluit ervan van [24] december [1987] in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij een regeling invoeren die afwijkt van het gemeen recht van artikel 1641 van het Burgerlijk Wetboek, - doordat, inzake de verkoop van een huisdier van de paardensoort dat niet bestemd is voor een snelle slachting voor consumptiedoeleinden maar voor elk ander gebruik zoals een sportieve loopbaan, die bepalingen het instellen van de vordering tot koopvernietiging van de koper beperken door de enkele gebreken die een dergelijke vordering kunnen verantwoorden te beperken tot twee ziekten en door, op straffe van absoluut verval, een termijn van negen dagen op te leggen vanaf de dag na de levering van het dier om de vordering tot koopvernietiging in te stellen, - terwijl inzake de verkoop van een huisdier van een andere soort dan die welke worden beoogd in de wet van 25 augustus 1885 en dat niet bestemd is voor een snelle slachting voor consumptiedoeleinden maar voor een sportieve loopbaan, zoals de honden die worden gefokt voor de windhondenrennen of de duiven die deelnemen aan wedstrijden in de duivensport, de vordering tot koopvernietiging van de koper wordt onderworpen aan de voorwaarden van de regeling van het gemeen recht van artikel 1641 van het Burgerlijk Wetboek, zowel voor wat betreft de definitie van de toelaatbare koopvernietigende gebreken als wat betreft de termijn om die vordering in te stellen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5614 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^