Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 29 april 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 februari 2013 in zake de nv « Immobiliën Vennootschap voor Verkavelingen » en anderen tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de gemeente Sint « Schenden de artikelen 232 en 240 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening artikel 16 van(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013202451
pub.
29/04/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 8 februari 2013 in zake de nv « Immobiliën Vennootschap voor Verkavelingen » en anderen tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de gemeente Sint-Agatha-Berchem, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 maart 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 232 en 240 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening artikel 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van dezelfde tekst en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij geen enkele schadevergoeding toekennen aan de eigenaar van een terrein waarop een bouwverbod rust dat voortvloeit uit een beschermingsbesluit, terwijl de eigenaar van een goed waarop een bouwverbod rust dat voortvloeit uit een plan van aanleg met bindende kracht waarbij een einde wordt gemaakt aan het gebruik waarvoor dat goed is bestemd of normalerwijze is bestemd op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het genoemde plan, over een recht op schadevergoeding van de minderwaarden beschikt op grond van artikel 81 van hetzelfde Wetboek ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5610 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^