Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 30 april 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 7 maart 2013 in zake de vzw « Algemeen Ziekenhuis Sint-Elisabeth » tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, waarvan de exped « Schendt artikel 56ter van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorg(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013202368
pub.
30/04/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 7 maart 2013 in zake de vzw « Algemeen Ziekenhuis Sint-Elisabeth » tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 maart 2013, heeft de Arbeidsrechtbank te Oudenaarde de volgende prejudiciële vraag gesteld: « Schendt artikel 56ter van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals ingevoegd bij wet van 22 augustus 2002, gewijzigd door de wetten van 24 december 2002, 27 april 2005 en 27 december 2005, en vervangen door de wet van 19 december 2008 houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg, de artikelen 10, 11, 12, 14, 16, 23 en 33 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met artikelen 6.1 en 7 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten in de mate dat : - het systeem van de referentiebedragen conform vermeld artikel discriminerend werkt omwille van de manier waarop de werking in tijd wordt toegepast, waardoor ziekenhuizen en zorgverstrekkers niet op de hoogte zijn van de referentiecriteria en bedragen, die zij geacht worden te respecteren op het ogenblik dat de prestaties worden verricht en een onrechtmatige ongelijkheid wordt ingevoerd ten opzichte van het berekeningssysteem 2009; - het systeem van de referentiebedragen een onrechtmatige ongelijkheid invoert tussen ziekenhuizen met een erkend revalidatiecentrum en de andere ziekenhuizen met predominante kinesitherapieprestaties, door fysiotherapieverstrekkingen op te nemen in het berekeningssysteem 2006 en geen rekening te houden met het specifiek karakter van het ziekenhuis; - de berekeningswijze discriminerend is doordat bij het bepalen van het terug te vorderen bedrag geen rekening meer wordt gehouden met de gemiddelde referentie-uitgaven maar met de mediaanuitgaven zonder ook nog compensatie met de negatieve verschillen; - in de interpretatie dat vermeld artikel een strafrechtelijke bepaling inhoudt, namelijk dat van de geselecteerde ziekenhuizen een bedrag wordt gevorderd wegens afwijking van de referentiebedragen, in strijd met het legaliteitsbeginsel en in strijd met het verbod op terugwerkende kracht bij een straf ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5612 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^