Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 05 april 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 5 maart 2013 in zake G.K. tegen V.K., J.P. en L.R., in haar hoedanigheid als voogd ad hoc van R.P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is in « Schendt artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van d(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2013201918
pub.
05/04/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 5 maart 2013 in zake G.K. tegen V.K., J.P. en L.R., in haar hoedanigheid als voogd ad hoc van R.P., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 maart 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Eupen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, doordat - het een ongelijkheid in het leven roept tussen de betwisting van de vaderlijke erkenning door de man die het vaderschap van het kind opeist en die onverwijld kennis heeft genomen van de erkenning van het kind door een andere man, en de betwisting van de vaderlijke erkenning door de man die het vaderschap van het kind opeist en die pas later kennis heeft kunnen nemen van de erkenning van het kind door een andere man en zich op dat ogenblik in voorkomend geval reeds buiten de vervaltermijn van één jaar bevond; - het een persoon die de afstamming wil opeisen en die een socio-affectieve band met het kind heeft opgebouwd, na het verstrijken van een termijn van één jaar het recht ontzegt de erkenning van vaderschap te betwisten van de persoon die het kind heeft erkend hoewel hij wist dat hij niet de vader van het kind is ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5609 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^