Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 18 september 2013

Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State De heer Raymond GILLIS c.s. heeft de nietigverklaring gevo Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A 209.669/XIII-6699. Krachtens artikel 21bis, &s(...)

bron
raad van state
numac
2013018392
pub.
18/09/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

RAAD VAN STATE


Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State De heer Raymond GILLIS c.s. heeft de nietigverklaring gevorderd van de beslissing van het ruilverkavelingscomité van Orp-Jauche, gedagtekend 3 juni 2013, om het herverkavelingsplan en de tabellen vast te stellen die zijn opgemaakt overeenkomstig de artikelen 26 en 34, eerste, tweede en derde lid, van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet.

Deze zaak is ingeschreven onder het rolnummer G/A 209.669/XIII-6699.

Krachtens artikel 21bis, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, kunnen degenen die belang hebben bij de oplossing van een zaak erin tussenkomen.

Degene die in een procedure tot nietigverklaring wenst tussen te komen, moet bij een ter post aangetekende brief en binnen dertig dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Belgisch Staatsblad een verzoek tot tussenkomst indienen bij de griffie van de Raad van State.

Dat verzoek geeft aanleiding tot de betaling van een recht van 125 EUR per tussenkomende partij (artikel 30, § 6, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973). Overeenkomstig artikel 68, derde lid, van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt dit recht in debet begroot.

Het verzoek tot tussenkomst moet worden ondertekend door de verzoeker tot tussenkomst of door een advocaat die voldoet aan de voorwaarden vastgesteld door artikel 19, derde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Overeenkomstig artikel 52, § 2, van het voornoemde besluit van de Regent wordt dat verzoek gedagtekend en bevat het : 1° de naam, hoedanigheid, woonplaats of zetel van de verzoeker tot tussenkomst en de gekozen woonplaats;2° de vermelding van de zaak waarin hij vraagt tussen te komen, alsook het rolnummer waaronder de zaak ingeschreven is, als het gekend is;3° een uiteenzetting van het belang van de verzoeker tot tussenkomst bij de beslechting van de zaak. Bij het verzoekschrift tot tussenkomst moeten drie voor eensluidend verklaarde afschriften van het verzoek worden gevoegd; dit getal wordt met zoveel exemplaren vermeerderd als er andere bij de zaak betrokken partijen zijn.

Degene die een rechtspersoon vertegenwoordigt, moet bij zijn zending voegen : - de statuten van de vennootschap of het kantoor; - ieder stuk waaruit blijkt dat tot het beroep is besloten en dat het is ingesteld overeenkomstig de geldende wetsbepalingen of statutaire voorschriften.

Voor de Hoofdgriffier, Chr. Stassart, Hoofdsecretaris.

^