Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 18 december 2012

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 1. Bij vonnis van 17 oktober 2012 in zake Albert Stebel en Nicole Bomble tegen de Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ing « Schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, eventueel in samenhang gele(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2012207155
pub.
18/12/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten 1. Bij vonnis van 17 oktober 2012 in zake Albert Stebel en Nicole Bomble tegen de Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 oktober 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, eventueel in samenhang gelezen met artikel 140 van hetzelfde Wetboek en met artikel 23, § 2, van de overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voor de echtgenoten erin voorziet dat de in de artikelen 132 en 133, 2° en 3°, bedoelde verhogingen bij voorrang worden aangerekend op het deel van het inkomen van de echtgenoot met de hoogste beroepsinkomsten, zelfs wanneer dat inkomen belastingvrij is met toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, waardoor dat fiscale voordeel verdwijnt, terwijl de koppels die een feitelijk gezin vormen en voor wie afzonderlijke aanslagen worden gevestigd, kunnen kiezen bij welke persoon de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste wordt aangerekend, zodat, wanneer de ene met toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting belastingvrije inkomsten geniet die hoger liggen dan die van zijn partner, die laatstgenoemde het kind ten laste kan nemen, waardoor het verlies van dat fiscale voordeel wordt vermeden ? ».2. Bij vonnis van 14 november 2012 in zake Philippe Jadoul en Christine Jacqmart tegen de Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 november 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, eventueel in samenhang gelezen met artikel 140 van hetzelfde Wetboek en met artikel 23, § 2, van de overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, voor de koppels voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, voorziet in de aanrekening van de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste bij de persoon met het hoogste belastbare inkomen, zelfs wanneer dat inkomen belastingvrij is met toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, waardoor dat fiscale voordeel verdwijnt, terwijl de koppels die een feitelijk gezin vormen en voor wie afzonderlijke aanslagen worden gevestigd, kunnen kiezen bij welke persoon de toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste wordt aangerekend, zodat, wanneer de ene met toepassing van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting belastingvrije inkomsten geniet die hoger liggen dan die van zijn partner, die laatstgenoemde het kind ten laste kan nemen, waardoor het verlies van dat fiscale voordeel wordt vermeden ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5507 en 5519 van de rol van het Hof, werden samengevoegd met de zaak met rolnummer 5482.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^