gepubliceerd op 11 mei 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 maart 2012 in zake S.M. tegen A. V.D.V. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart 2012, heeft de Rechtbank v « Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet, eventueel s(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 8 maart 2012 in zake S.M. tegen A. V.D.V. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet, eventueel samen gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat de vordering tot betwisting van de erkenning niet ontvankelijk is als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5367 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut