gepubliceerd op 06 april 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 februari 2012 in zake Horacio Muniz en Carmen Martinez Varela tegen de bvba « Strak Gent », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekom « Schenden de artikelen 50, tweede lid, 1034 en 1419 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 e(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 28 februari 2012 in zake Horacio Muniz en Carmen Martinez Varela tegen de bvba « Strak Gent », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 maart 2012, heeft de beslagrechter te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 50, tweede lid, 1034 en 1419 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de termijn voor het instellen van het (derden-)verzet tegen de beschikking van de beslagrechter op eenzijdig verzoekschrift waarbij aan de verzoeker de toelating tot bewarend beslag wordt verleend, zoals bepaald in de artikelen 1034 en 1419 van het Gerechtelijk Wetboek, niet wordt verlengd in het in artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde geval terwijl artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek wel voorziet in een verlenging van de termijn voor de partij die de gewone rechtsmiddelen van verzet of hoger beroep instelt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5346 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut.