gepubliceerd op 02 maart 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 26 januari 2012 in zake A.H. en K.R. tegen de nv « Axa Belgium » en anderen, in aanwezigheid van Mr. Eric Herinne, schuldbemiddelaar, waarvan de exped « 1) Schendt artikel 1675/13, § 3, tweede streepje, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 26 januari 2012 in zake A.H. en K.R. tegen de nv « Axa Belgium » en anderen, in aanwezigheid van Mr. Eric Herinne, schuldbemiddelaar, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 februari 2012, heeft de Arbeidsrechtbank te Charleroi de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1) Schendt artikel 1675/13, § 3, tweede streepje, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het van toepassing is zowel op de dader van het misdrijf (of ' de dader van een als misdrijf omschreven feit ') als op de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de schade die is veroorzaakt door de persoon voor wie hij overeenkomstig artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek moet instaan, terwijl daardoor twee categorieën van personen die zich in essentieel verschillende situaties bevinden, op dezelfde wijze worden behandeld, zonder redelijke verantwoording ? 2) Schendt artikel 1675/13, § 3, tweede streepje, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het enkel van toepassing is op de schadevergoeding toegestaan voor het herstel van een lichamelijke schade veroorzaakt door een misdrijf, wanneer zij verschuldigd is door de dader van het misdrijf, terwijl in dat geval twee categorieën van personen die zich in dezelfde slachtoffersituatie bevinden, verschillend zouden worden behandeld, naargelang het herstel verschuldigd is door de dader zelf van het misdrijf of door de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de dader van het misdrijf, en zulks zonder dat dat verschil in behandeling redelijk wordt verantwoord ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5301 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.