gepubliceerd op 21 oktober 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 13 september 2011 in zake respectievelijk Kristel Winters en Nancy Van Eyken tegen de bvba « Aleris Aluminum Belgium », waarvan de expedities t « 'Schendt de toepassing van artikel 103 en 105 van de herstelwet houdende sociale bepalingen van 2(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij twee vonnissen van 13 september 2011 in zake respectievelijk    Kristel Winters en Nancy Van Eyken tegen de bvba « Aleris Aluminum    Belgium », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn    ingekomen op 21 september 2011, heeft de Arbeidsrechtbank te Mechelen    de volgende prejudiciële vragen gesteld :    « 'Schendt de toepassing van artikel 103 en 105 van de herstelwet    houdende sociale bepalingen van 24 januari 1986 [lees : 22 januari    1985] - in de versie zoals van kracht op 30 juni 2009 - in samenlezing    met clausule 2, punten 6 en 7 van de raamovereenkomst inzake    ouderschapsverlof d.d. 14 december 1995, zoals opgenomen in bijlage    van de richtlijn 96/34/EG, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,    indien deze bepalingen zo geïnterpreteerd worden dat, werknemers die    verbonden zijn door een voltijdse arbeidsovereenkomst van onbepaalde    duur, en die ontslagen worden zonder dringende reden op een ogenblik    dat zij hun arbeidsprestaties gedeeltelijk hebben verminderd in    uitoefening van hun recht op ouderschapsverlof, bij toepassing van    artikel 39 arbeidsovereenkomstenwet recht hebben op een    opzeggingsvergoeding gebaseerd op hun voltijds loon, terwijl    werknemers die hun arbeidsprestaties gedeeltelijk hebben verminderd in    uitoefening van een ander recht op het verminderen van    arbeidsprestaties, zoals bedoeld in artikel 105, § 1, wet houdende    sociale bepalingen, slechts recht hebben op een opzeggingsvergoeding    gebaseerd op het loon dat zij effectief ontvingen op het ogenblik van    het ontslag ?'    Of indien de wet d.d. 30 december 2009 tot wijziging van artikel 105    van de wet houdende sociale bepalingen zou beschouwd worden als een    interpretatieve wet :    'Schendt de toepassing van artikel 103 en 105 van de herstelwet    houdende sociale bepalingen van 24 januari 1986 [lees : 22 januari    1985] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gezien werknemers, die    verbonden zijn door een voltijdse arbeidsovereenkomst van onbepaalde    duur, en die ontslagen worden zonder dringende reden op een ogenblik    dat zij hun arbeidsprestaties gedeeltelijk hebben verminderd in    uitoefening van hun recht op ouderschapsverlof, in toepassing van    artikel 39 arbeidsovereenkomstenwet recht hebben op een vergoeding    gebaseerd op hun voltijds loon, terwijl werknemers die hun    arbeidsprestaties gedeeltelijk hebben verminderd in uitoefening van    een ander recht op het verminderen van arbeidsprestaties    ressorterende, zoals bedoeld in artikel 105, § 1, wet houdende sociale    bepalingen, slechts recht hebben op een opzeggingsvergoeding gebaseerd    op het loon dat zij effectief ontvingen op het ogenblik van het    ontslag ?' ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5206 en 5207 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.