gepubliceerd op 05 juli 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 31 mei 2011 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen J.R. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juni 2011 « Schendt artikel 37, § 3, van de wet van 8 april 1965, gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006,(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 31 mei 2011 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen J.R. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juni 2011, heeft de Jeugdrechtbank te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 37, § 3, van de
wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/04/1965
pub.
15/01/2008
numac
2007001067
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot instelling van de arbeidsreglementen
type
wet
prom.
08/04/1965
pub.
02/08/2010
numac
2010000404
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits
type
wet
prom.
08/04/1965
pub.
02/10/2014
numac
2014000683
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot instelling van het wettelijk depot bij de Koninklijke bibliotheek van België. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten, gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, in zoverre het de jongere die op het ogenblik van feiten ouder is dan 16 jaar maar jonger dan 17 jaar en ten aanzien van wie in de drie maanden voorafgaand aan zijn meerderjarigheid geen enkel vonnis werd uitgesproken, het voordeel ontzegt van alle beschermende maatregelen bedoeld in artikel 37, § 2, de artikelen 10, 11 en/of 22bis van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5155 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.