Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 17 juni 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 15 april 2011 in zake de bvba « Bouwgroep Probuild » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 mei 20 « Schendt de bepaling van artikel 403, § 1 en § 2 van het Wetboek van Inkomstenbelasting(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011202854
pub.
17/06/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 15 april 2011 in zake de bvba « Bouwgroep Probuild » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 mei 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 403, § 1 en § 2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen (WIB92), zoals van toepassing voor aanslagjaar 2007 vóór de inwerkingtreding van de Programmawet van 27 april 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en/of artikel 1 van het Twaalfde Protocol bij het EVRM, doordat deze bepaling een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, opdrachtgevers en aannemers die voor de in artikel 400 1° WIB92 bedoelde werken beroep doen op een niet-geregistreerde aannemer die is gevestigd in België en die zijn onderworpen aan de verplichting om bij betaling van de onderaannemer 15 pct. van het door hem verschuldigde bedrag, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, in te houden en te storten bij de door de Koning aan te wijzen ambtenaar volgens de door Hem te bepalen modaliteiten en, anderzijds, opdrachtgevers en aannemers die voor de in artikel 400, 1° bedoelde werken beroep doen op een in een andere Lidstaat van de EU gevestigde, niet-geregistreerde aannemer en die niet onderworpen kunnen worden aan deze verplichting ingevolge de directe werking in de interne rechtsorde van het huidige artikel 56 en 57 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (HJEU, C433/04, 9 november 2006) ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5142 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^