gepubliceerd op 20 mei 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 maart 2011 in zake het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 a « Schendt artikel 1412bis, § 4, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt dat het (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 24 maart 2011 in zake het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 april 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1412bis, § 4, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt dat het bij verstek gewezen vonnis uitgesproken naar aanleiding van verzet tegen beslag op de goederen die toebehoren aan een publiekrechtelijke rechtspersoon niet vatbaar is voor verzet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in die zin geïnterpreteerd dat het het recht op verzet van de veroordeelde partij die verstek heeft laten gaan, beperkt tot vorderingen die losstaan van die bedoeld in artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek, zoals een vordering met betrekking tot de toekenning van schadevergoeding ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5138 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.